De Rangitata proeven

“Peddelen, peddelen, peddelen.” klinkt het steeds harder achter me. Als een gek steek ik mijn peddel in het water, alsof mijn leven er vanaf hangt. Ik krijg steeds meer vertrouwen en hang steeds verder uit de boot, hoewel ik er waarschijnlijk niet half zo cool uitzie als ik denk dat ik eruit zie.

Gisteren besloot ik dat het tijd was om iets leuks te gaan doen met mijn vrije dagen. De weersvoorspelling zag er echter niet heel geweldig uit, dus koos ik voor raften. Met de regen van de afgelopen dagen stond de rivier lekker hoog en was het water wild. De dag zelf was alleen super mooi, met in de twintig graden een perfect dagje voor op het water.

Billy kwam me in Christchurch halen en reed de dikke twee uur naar het kleine plaatsje Peel Forest. We kwamen aan op een schitterende locatie waar ik bijna meteen aan de lunch kon beginnen. Na een goed belegde sandwich kregen we wat informatie en moesten we kleding passen. Eerst een merino shirt met lange mouwen, daarover een wetsuit, speciale schoentjes, een waterproof jasje, een helm en een zwemvest. En voor mij nog touwtjes om mijn bril vast te houden.

Het was nog ongeveer 20 minuutjes rijden naar de rivier. Ik kwam in een boot met drie Duitse jongens en een jongen en meisje uit Israel. Terwijl we nog op het rustige gedeelte van de rivier zaten, maakte gids Jason kennis met ons en legde hij de basis van het raften uit. We zouden het langzaam opbouwen, van klasse 1 tot en met klasse 5, wat de hoogste klasse is. Deze rivier is de enige in Nieuw Zeeland die klasse vijf stroomversnellingen heeft.

En dus begonnen de kommando’s. “Vooruit peddelen. Achteruit peddelen. Onderduiken. Hou vast. Naar links over.” Bij die laatste moesten we al ons gewicht aan de linkerkant van de boot gooien. Terwijl je met één hand je peddel vast houdt, gaat je lichaam en je andere hand zo ver mogelijk over de andere kant van de boot. Ik snap nu ook waarom dit voor team building gebruikt wordt. Je leert je mede-rafters behoorlijk goed kennen.

Waarom laten mensen zich eigenlijk in een opblaasboot door een wilde rivier heen donderen? Nou, omdat het leuk is. Eerst was het best spannend. We zaten allemaal netjes in het midden van de boot. “En nu, moeten jullie dus allemaal op het randje gaan zitten en dan je hele bovenlichaam bewegen, zodat je zoveel mogelijk kracht op je peddels kan zetten.” Klats. Weer een hele golf recht je neus in.

De klasse één, twee en drie stroomversnellingen waren een eitje. Voordat we aan klasse vijf begonnen kregen we nog even een aparte briefing. Niet dat wij veel invloed hadden op waar de boot naartoe ging. Je moest gewoon goed commando’s volgen en vooral door blijven peddelen, ook als er hele hoge golven over je heen kletsen. En dus zat ik daar op het randje van de boot, mijn lichaam uitstekend, mijn peddels door het water te roeren.

“Onderduiken!” Snel glippen mijn schoenen onder een randje in de boot en maak ik me klein. We gaan als een gekke het water door. “Posities!” Onhandig klim ik weer omhoog. “Vooruit peddelen!” En daar gaan we weer. We hebben ons goed geweerd. Er komt nog een peddel high five en dan vallen er toch nog twee jongens uit de boot, net na het wilde water.

Er is nog tijd voor iedereen om een stukje te zwemmen en dan doen we nog wat trucjes op een wild stukje water waar we bewust een paar keer naartoe varen. Het is alsof we aan het surfen zijn. De boot ging wel zo scheef dat ik dat dat we zouden kapseizen. Maar ik ben er nog. En mijn bril is nog heel. Dit wil ik nog wel eens vaker doen.