Fremantle

De ingang van de Fremantle markets

De ingang van de Fremantle markets

Vanuit Perth nam ik de trein naar Fremantle, een dorp dat inmiddels aan Perth is vastgegroeid. Na 30 minuten kwam ik aan op het centraal gelegen station. Met de massa toeristen die de trein uitkwam liep ik de hoofdstraat in. Ik kwam in een wereld van leuke winkeltjes en cafétjes.

Aan het einde van de straat was een overdekte markt. Hier kon je van alles krijgen, van kleding tot snuisterijen en van appels tot Indiase aardappel-gehaktballen. Ik zag een kraampje met ontzettend leuke schoenen. Een of ander Spaans merk. Helaas gingen ze maar tot maat 40, toch iets te krap. Mijn alternatief was een koekievormpje van een uil, als troostprijs.

Een van de hoogtepunten van Fremantle is de gevangenis. Nu heb ik in Australië al zoveel gevangenissen bezocht dat ik niet goed wist of ik hier nog wel naartoe wilde. Maarja… het is werelderfgoed. Dus kocht ik een kaartje voor een rondleiding en sloot me aan bij de wachtende groep. De dame die de tour leidde was werkelijk fantastisch! Ze bleef maar claimen dat ze een man was, en niet zomaar een, maar een grote, sterke man. Er waren namelijk geen vrouwelijke bewakers.

Meteen werden de mannen op een lijn gezet en vertelde onze kleine stevige gids, die even een grote, sterke man was, over de procedure waar de veroordeelden doorheen gingen. Vernedering is de samenvatting. Met een ‘hop, hop, hop, kom op nou’ werden we door het gebouw gestuurd. Een bijzonder gebouw omdat het grotendeels gebouwd is met de materialen van de schepen waarin de veroordeelden naar Australië kwamen. Het dak is gemaakt van het hout van de schepen, men sliep op hangmatten en de deuren zijn de originele deuren van de schepen.

We kwamen op een plek waar mensen gestraft werden. Er stonden een paar palen waar je met je voeten en handen vastgemaakt werd. Er werd dan een riem omgebonden om bepaalde delen van het lichaam te beschermen en dan begonnen de zweepslagen. Vaak met stukjes glas of andere scherpe dingen in de zweep. Wanneer de dokter dacht dat je niet meer kon werd er zout over je wonden gestrooid om je te genezen. Dat het ook nog eens extra pijn zou doen was natuurlijk mooi meegenomen.

Voor alles was een rede in de gevangenis. Bij de isoleercellen mocht men maar een uur per dag naar buiten. De bewakers lieten de gevangenen dan van muur naar muur rennen door cijfertjes te roepen. Nummer 6 en nummer 16 ontbraken echter. 6 lijkt op de strop en 16 op strop met de beul.  De kerk van de gevangenis lag hoog in het gebouw en had grote ramen. Als gevangenen naar de kerk gingen werden ze er zo aan herinnerd dat als ze het licht zagen, ze naar de hemel zouden gaan.

We liepen door de grote keuken waar de grote stoompannen nog klaar stonden voor gebruik. We zagen het grote net dat boven de begane grond gespannen was, niet tegen zelfmoord, maar om het duwtje in de rug van een medegevangene op te vangen. We zagen schilderingen van Aboriginals die duidelijk verlangden naar natuur. De meeste cellen waren simpel, maar één man mocht zijn cel beschilderen, als therapie. Het is enorm kleurrijk en tegelijkertijd ook droevig. Het was een vermakelijke rondleiding met veel informatie. Het was het enthousiasme van de gids dat de gevangenis weer tot leven bracht.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Gestrand op het strand

Gestrand voor een strandvakantie in Coral Bay

Gestrand voor een strandvakantie in Coral Bay

Mijn verblijf in Coral Bay was iets te lang. Een week doorbrengen in een dorp, nee nederzetting van één straat is best wel een uitdaging. Gelukkig schijnt de zon. Ik heb het ‘uitgemaakt’ met mijn reisgenootje omdat het gewoon niet klikte en dus checkte ik me afgelopen zaterdag in in het hostel van Coral Bay. De reden dat ik hier nog steeds zit is omdat er niet elke dag bussen gaan. Ik had een duik gepland voor dinsdag, de eerste mogelijkheid, en dat betekent dat de volgende bus pas weer op vrijdag gaat. Maar het was het zeker waard. Wat een ontzettend gave ervaring!

Haaien in de nursery

Haaien in de nursery

Op zondag liep ik over het strand naar de reef shark nursery. Slechts een stukje lopen vanaf de baai van Coral Bay bereik je een tweede, kleinere baai. Het is beschermd gebied omdat hier in deze tijd van het jaar de haaien komen om hun baby’s te krijgen en ze rustig op te kunnen laten groeien. Als je erbij nadenkt is het best bizar dat je aan de rand van het ondiepe water staat, je voeten in het zand, terwijl 10 meter verder tientallen haaien zwemmen. De haaien hier waren niet zo groot, maar het is toch een mooi beest om te zien. Naast haaien zag je ook andere vissen en stingrays zwemmen.

Ik had al een paar keer gesnorkeld op het Ningaloo reef en dus was ik benieuwd hoeveel meer ik zou kunnen zien als ik ging duiken. Helaas waren er veel mensen die een opfriscursus moesten doen en daarom viel de eerste duik een beetje tegen. Het was voor mij heel fijn dat ik op de boot even mee kon kijken met de gezamenlijke instructies ‘hoe zet ik ook alweer mijn spullen in elkaar’. Dit punt is natuurlijk wel cruciaal. We waren met een oneven getal dus ik had geen buddy en mocht met de instructrice mee zwemmen.

Toen we allemaal in het water lagen moesten de opfrissers eerst wat oefeningen doen en ik koos ervoor om maar mee te gaan onder water. Het kan nooit kwaad om de dingen te herhalen. Na zo’n vijftien minuten was iedereen goed gekeurd en konden we op ontdekkingstocht. We hadden niet meer zoveel tijd en het koraal was niet spectaculair. Ik zag voornamelijk veel vissen die ik met snorkelen ook gezien had. Misschien lag het er ook wel een beetje aan dat ik het weer even spannend vond om onder water te zijn.

Tussen de twee duiken in stond me iets speciaals te wachten; zwemmen met mantaroggen. Met een vliegtuigje spotte het bedrijf waar ze zwommen en onze boot voer er snel naartoe. We maakten twee groepen die afwisselend het water ingingen en iedereen kon zo 3 keer zwemmen. Zodra je het water in gleed moest je snel zwemmen om de roggen bij te houden. Ineens kwamen twee prachtige beesten in ons zicht. Ze zwommen rustig vooruit en trokken zich niets van ons aan.

De tweede keer was er nog maar één rog in het water. Het was een rog die hier zijn woonplaats heeft en dus vaker gespot is. Vandaar ook dat we weten dat hij zo’n 3,7m lang was. En dat zwemt dan vlak onder je! Je ziet de flapperende vinnen waaien door het water. De rog beweegt zich heel elegant door het water en daarboven spetteren zeven mensen met hun benen ademend door een pijpje. Rond de rog liften wat vissen mee. Majestueus kan je wel zeggen!

Na de lunch gingen we naar de laatste duikplek. Dit zou een van de mooiste plekjes op het rif moeten zijn, dus ik verwachtte nogal wat. En terecht! We zwommen door een magische wereld van koraal. In het begin was het maar 3 meter diep en dus heb je echt het idee dat je het koraal bijna aanraakt. Het was een soort miniberglandschap met af en toe smalle straatjes waar we allemaal achter elkaar doorheen moesten manoeuvreren.

Er waren planten die rustig danste op het ritme van de stroming. Er waren blauwe harde koralen die als stekels naar boven  groeide. Er waren koralen van een paar meters in omtrek waar tientallen visjes zich in verschuilden. We zagen één koraal met kerstboomwormen. Deze wormen zien eruit als kleine plantjes die zich aan het koraal gehecht hebben. Ze hebben allerlei feestelijke, felle kleuren en zijn eigenlijk meer de versiering in het koraal.

Een stukje verder gaf de instructrice het signaal dat we om ons heen moesten kijken voor haaien. En jawel hoor, we hebben diverse grijze rifhaaien gespot. Één ervan was zelfs zwanger. Schijnbaar was dit een soort wasstraat voor vissen. In het koraal zitten dan visjes die andere vissen schoon eten. Vandaar dat hier zoveel haaien zaten.

Onze tocht door het koraallabyrint ging verder en we zagen gestreepte katvissen die allemaal met hun mond in het zand vast leken te zitten. Ze bewogen als een groep en gaven ons een kleine balletvoorstelling. Een andere highlight was een grote schelp die half open stond. De binnenkant was zo blauw dat hij net leek of hij met fluorescerende verf geschilderd was.

Na de veiligheidsstop moesten we weer dicht op het koraal zwemmen. Er was een nauwe passage waar je je mee moest laten nemen door de stroming. Op het begin leek het alsof de stroming alleen maar tegen me in ging. Ik kwam geen meter vooruit. Maar net toen ik de hoop op begon te geven kreeg ik kleine duwtjes in mijn rug. Snel flipperde ik vooruit door het gangetje. Ik had nog even de tijd om onder water te kijken want mijn lucht was bijna op. 45 minuten van pracht en praal. Zo’n bijzondere duik wil ik nog wel een keer doen.

Op het strand van Coral Bay

Op het strand van Coral Bay

Een pijlstaartrog in het ondiepe water

Een pijlstaartrog in het ondiepe water

De tijd vergeten in Cape Range national park

IMG_8783

Het Cape Range national park is een beschermd natuurgebied in de buurt van Exmouth. De stranden hier leiden je zo naar het Ningaloo reef, dat bekend staat om zijn mooie riffen en de vele vissen. Het best is nog wel dat je zo vanaf het strand naar de vissen kunt zwemmen. Het is dus de perfecte plaats om te snorkelen.

IMG_8840

De eerste twee dagen was de wind erg sterk. Snorkelen was er niet bij omdat de stroming te sterk was. Terwijl we op het strand zaten te wachten maakte de wind langzaam zandkastelen van ons.IMG_8778

IMG_8781

De eerste nacht verbleven we op de camping van Tulki Beach. Het was een prima plek. Netjes, zoals eigenlijk alle plekken in het park. We waren vroeg dus kon ik nog even foto’s maken op het strand voordat de zon in de zee onderging. ’s Avonds was het voor het eerst ontzettend koud. Ik haalde de trui uit het onderste vak van mijn rugzak en hield mijn slaapzak bij de hand. Eigenlijk was het een verademing om een koele nacht te hebben.  

Katrien zit relaxed op het strand

Katrien zit relaxed op het strand

De wind was nog steeds aanwezig toen we opstonden. Het was dus geen snorkelweer en Katrien en ik wilden wel graag een aantal wandelingen doen. Eerst liepen we over de bodem van de kloof over een bed van stenen. Om ons heen resen de rotswanden de lucht in, maar aangezien de kloof heel breed was gaven ze ons geen schaduw. De kangoeroes en wallaby’s zochten schaduw in de lage struikjes die er stonden. Regelmatig hoorde we er ineens een wegspringen. Zij zagen ons voordat wij hun zagen.

Prachtig uitzicht over de gorge en de zee

Prachtig uitzicht over de gorge en de zee

Net toen we dachten dat de wandeling helemaal niet zo moeilijk was begon de klim. Ineens ging het aardig steil omhoog. Hoe hoger we kwamen hoe mooier het uitzicht werd. Op de top keken we uit over beide kanten van de gorge en zagen we in de verte de zee tussen de wanden in . Alleen al hiervoor was de wandeling de moeite waard. De weg terug was iets zwaarder aangezien we steeds omlaag en omhoog moesten klimmen op handen en voeten.  

De Yardie Creek

De Yardie Creek

Bij Bloodwood Creek zagen we een aantal kangoeroes vanuit het uitkijkpunt. We maakten ook nog een stop bij het Kurrajong strand, maar ook daar werd ik een beetje gek van de wind. We moesten Sandra wel zo’n beetje van het strand afplukken zodat we nog de laatste wandeling konden doen. Die was in Yardie Creek. Het begon met een bejaardenpad dat leidde naar wat informatieborden. Gelukkig was er ook nog een echte wandeling die je op de kliffen bracht. Vanaf daar zagen we rockwallaby’s over de rotsen springen. Er was een kleintje dat moeite had omhoog te komen terwijl moeder rustig verder sprong.

IMG_8785

Met zijn drieën stonden we die nacht in Osprey bay, waar we een schitterend uitzicht hadden over de baai. De ochtend begon voor ons met snorkelen op camping. Helaas was dat niet super indrukwekkend. Zeker niet vergeleken bij wat erna kwam. Met vloed waren we bij de Oyster Stacks. Je moest het water in over rotsen met scherpe randjes. We waren wel meteen onder de indruk. Ik zag een hele hoop vissen in schitterende kleuren. Mijn persoonlijke favoriet had blauwe zululippen en een heel duidelijk kleurenpatroon.

Kamperen in het nationale park

Kamperen in het nationale park

Ook bij trekpleister Turquoise bay was het goed toeven. Het strand was wit en de zee allerlei tinten van blauw. Ook hier kon je snorkelen in de baai. Daarnaast was er de drift. Het klinkt echt als een attractie in Walibi. De stroming is er sterk en je kunt dus van het ene eind naar het andere drijven. Je moest alleen wel oppassen dat je je niet de zee in liet sleuren. Op tijd richting strand zwemmen dus. Naast alle vissen zag ik ook nog een rif haai. Hij leek zo’n 1,5m maar trok zich niets van me aan en zwom gewoon verder. Een volgende keer zag ik een schildpad. Ik stak snel mijn hoofd boven water en gilde ‘schildpad, schildpad.’ Het was bedoelt voor Katrien die vlakbij was, maar het hele strand kon meegenieten. Ook bij Lakeside bleek het snorkelen de moeite waard te zijn. Er waren grote koralen waar allerlei vissen zwommen. We zagen ook een vis die bruin, heel dik en zeker een meter lang was.

Helaas kon ik geen foto’s maken van de vissen, maar het prachtige landschap moet maar genoeg zijn.

IMG_8875IMG_8813

Karijini’s gorgeous gorges

Eindelijk is het me gelukt. Ik heb iemand gevonden om mee naar Perth te liften. Sandra heeft haar eigen campervanInmiddels zijn we alweer een week weg en hebben we het nationale park Karijini bewonderd.

De fern pool

De fern pool

Als eerste klommen we over grote stenennaar beneden de Dales gorge in. We kwamen uit bij een mooie waterval; Fortescue Falls. Aangezien we aan het einde van het droge seizoen zijn was hij niet in al zijn glorie, maar het zicht van water was voor ons al genoeg. Een stukje verderop was de Fern Pool, een stukje water met wederom een waterval. Het was niet echt druk en het water was heerlijk verfrissend. De kleine visjes waren een soort van gratis doctor fish, hoewel ik niets voelde.

We reden ook nog een stukje verder waar we de Dales kloof van een andere hoek konden bewonderen. In de kloof stroomde een beetje water en er stonden heel veel bomen. Het zag er van bovenaf echt idyllisch uit. Helaas was Sandra’s knie niet goed genoeg om naar beneden te gaan en door de kloof te wandelen, dus wandelden we terug naar Fortescue Falls om nog even te zwemmen. Hier waren ook de vier anderen die we eerder al ontmoet hadden.

IMG_8537We besloten met zijn allen bij elkaar op de camping te gaan staan. Ik kookte rijst met kip en groente in satésaus op de gasbranders van de camping. Tijdens het koken ontmoette ik nog twee Zwitsers en ’s avonds hadden we met zijn allen nog een gezellige avond. Die nacht werd ik voor het eerst wakker van de kou. Overdag heel heet, ’s nacht relatief koud. Ach ja, het was eigenlijk wel heel fijn.

Het rijden naar de Weano day use area was een uitdaging voor Sandra. De weg er naartoe was nogal hobbelig over de vele kleine steentjes van de gravel weg. We reden dan ook maar 20km/uur en dan is een route van 43km toch wel lang. De pannen rinkelden en het stof kwam ons tegemoet, maar we kwamen heelhuids aan. Ook Katrien en Seb gingen die richting uit en ik zou met hun gaan wandelen. Er waren namelijk twee moeilijke wandelingen die Sandra niet aankon.

 

Wandelen door de gorge

Wandelen door de gorge

De eerste wandeling die we wilden doen was naar Kermit’s pool. Toen we aankwamen bleek echter dat we in Handrail pool waren, de wandeling die we later wilden doen. Nadat we afgedaald waren in de kloof ging het pad over stenen en door het water. Je schoenen droog houden was geen optie. Het werd smaller en er was een klein stroompje water in het midden. Aan het einde van de smalle gang was een handrail in de rotsen geschroefd. Door jezelf goed vast te houden kon je over de glibberig rotsen naar beneden totdat je bij een soort trapje kwam. Met de rail tussen je benen kon je met de treden naar beneden.

Er was een mooi zwembad en het water leidde je nog verder de kloof in. We besloten dus maar om onze spullen achter te laten en een kijkje te gaan nemen. Het water was afwisselend diep en ondiep en zat vol met grote rotsen. Er moest geklommen worden. Het eindpunt werd aangegeven door een touw met een bord dat met grote letters zei ALLEEN ENTREE MET TOESTEMMING. Voor mij was de wandeling al uitdaging genoeg, dus ik nam het bord serieus. De weg terug was een stuk makkelijker als is het maar omdat je wist wat je kon verwachten.

Na de lunch gingen we dan toch nog naar Kermit’s pool in de Hancock gorge. Hoge treden over de rotsen leidde naar beneden waar we weer in een klein paradijsje kwamen. Waar de stenen ophielden waren twee ladders die afgedaald moesten worden. Wederom ging de weg over stenen en door het water. Bij een stuk was het gemakkelijker om te zwemmen, maar we hadden allemaal camera’s bij ons. Er waren rotsen met richeltjes en we liepen en klommen voorzichtig over de richels nar de andere kant. De richels waren ook in het water en als je dan viel, viel je in ieder geval van niet zo hoog. Het water was dan alsnog heup diep.

 

Kermit's Pool

Kermit’s Pool

Vanuit een kleine rond stuk genaamd cathedral begonnen we aan de spider walk. Het was niet zozeer dat er meer spinnen zaten alswel dat je als een spin moest lopen. Het was nauw en glad en ik hield constant mijn handen aan de rotswanden. Voor een extra uitdaging had moedertje natuur nog wat rotsen geplaatst om de weg te versperren. Aan het einde was er weer een zwembadje. Op de terugweg glipte mijn schoen van een rots. Ik stond al half in het water, maar viel toen wat dieper. Gelukkig hield ik het grootste deel van mijn tas droog en was er geen schade.

Die nacht sliepen we op de Rest in peace lookout, net buiten het park. Het was een beetje creepy. Hoewel het de vorige avond Halloween was kwamen vandaag de spookverhalen. Er was niemand anders en het was pikdonker. Om ons heen stonden rotsen waarop herdenkingsteksten geschreven waren. Toen dachten Katrien en Sandra dat ze iemand zagen. En ja hoor, natuurlijk begonnen de spookverhalen over hoe backpackers worden vermoord in the middle of nowhere…

We werden allemaal wakker en niemand was gewond of vermoord. Na een beetje drama van Sandra, waarbij we de hele campervan op zijn kop moesten zetten konden we eindelijk vertrekken naar Hammersley gorge. Over een gravelweg gingen we weer het park in. De weg was wel een heel stuk beter dan de vorige.

Deze kloof was niet zo moeilijk om binnen te gaan en er waren dan ook een paar families. We namen een picknick mee naar beneden en genoten van het koude water. Tussen de rotsen kroop een grote watervaraan rond. Toen ik ging zwemmen vroeg ik me ineens wel af of die beestjes ook graag het water in gaan. Door te zwemmen konden we een stukje dieper de kloof in komen. Het was leuk om de rode kliffen eens op een andere manier te zien.

Op de terugweg probeerde wij een shortcut. En ja hoor, hoewel Seb eerder vertrokken was en sneller kon rijden waren wij eerder in het dorpje Tom Price, waar we benzine, water en boodschappen haalden. Ons avontuur in Karijini zat erop. De volgende halte is Exmouth. Tot hier hebben we al 1366km gereden.

Aan alles komt een eind, ook aan de bush

Een road train rijdt voorbij de rotsformatie Queen Victoria's head

Een road train rijdt voorbij de rotsformatie Queen Victoria’s head

De laatste dag stelde niet teleur. In de ochtend gingen we naar Windjana gorge om krokodillen te kijken. Onze eerste uitdaging was echter om langs een koe af te lopen. Loop je een kloof vol krokodillen in en is je grootste zorg een koe! De krokodillen lagen allemaal rustig te chillen in het water. Ook waren er veel vleermuizen. Vroeger was hier een zee met een groot rif en wij liepen nu door het opgedroogde rif.

Manning gorge

Manning gorge

Er waren dus ook nog fossielen te zien die miljoenen jaren oud waren, zo’n 350 miljoen om precies te zijn.

Onderweg naar Tunnel Creek zagen we levende busterds, grote vogels die ook kunnen vliegen. Ook zagen we een aantal big red kangoeroes. Tunnel Creek was een tunnel in de rotsen waar een rivier doorheen stroomt. Tijdens het droge seizoen kun je ook door de tunnel lopen. Op deze plek heeft vrijheidsvechter Jandamarra zich vier jaar verscholen voor de politie. In 1897 werd hij hier door de politie dood geschoten.

Een van de vele krokodillen in de kloof

Een van de vele krokodillen in de kloof

Ook wij gingen de tunnel in. Het was voor het grootste deel vrij breed en af en toe open zodat er licht naar binnen kwam. De paar zijtunnels die wat krapper waren heb ik maar over geslagen. In de grot wonen 5 verschillende soorten vleermuizen en af en toe ook krokodillen. We zagen wel wat sporen, maar geen krokodillen zelf. Gelukkig maar, want we moesten vaak ook het water oversteken om verder te kunnen. Natte voeten waren onvermijdelijk.

Een allerlaatste zonsondergang

Een allerlaatste zonsondergang

En nu was het een kwestie van afstand overbruggen om in Broome te komen. Onderweg naar Derby zagen we een paar dancing Brolgas, de vogels die een mooie paringsdans hebben. Helaas zagen we ze niet dansen. In Derby stopten we bij de supermarkt en hadden een late lunch bij de prison tree. Deze boom werd gebruikt om Aboriginals in gevangen te houden onderweg. Het was een grote holle Boab boom. Vanuit hier werd de weg een beetje saai, over de snelweg naar Broome. We haalden de zonsondergang niet, dus stopten we maar naast de weg om er toch wat van te zien. Het was bewolkt geworden en in Broome bleek het ook heel benauwd te zijn. Dit was het dan. Er waren weer auto’s, er knalde harde muziek uit de boxen bij het hostel en ik had een bed en een douche. Ik ga het leven in de bush missen. Ik was echt even van de aardbodem verdwenen, in mijn eigen wereldje, zonder telefoon of internet, helemaal alleen en met de mensen om je heen. Dat was echt heerlijk.

Over spionnen en stieren

Aangezien we al in Manning Gorge waren konden we slapen tot we niet meer konden. Voor mij ongeveer half 6. Mijn swag-buren Melaney en Wouter waren al iets eerder op. Een hele snelweg vol mieren had een pad onder hun swags gemaakt.

Na een relaxt ontbijt gingen we met een flesje water en wat mueslirepen op pad. Geen camera’s of zware tassen dit keer. We gingen op avontuur. Normaal gesproken konden we met een bootje naar de overkant van de rivier, maar dit was al weggehaald voor het regenseizoen. Er zat dus niets anders op dan voorzichtig de rivier over te steken door het water heen. De eerste etappe bestond uit een wandeling van ongeveer 1,5km. Veel van het landschap was afgebrand en we liepen over rotsen tussen de zwarte beplanting door.

We kwamen uit bij een waterval die op dit moment droog stond. Alles wat je zag was een stuk grijs in de rode stenen op de plek waar normaal het water stroomde. Het plan was om via de rivier terug te gaan naar de camping. Nadat we een aantal schilderingen bekeken hadden lieten we ons zakken in het frisse water. Het leek net alsof ik weer voor mijn diploma B ging, met kleren aan zwemmen. De zwem was in stukken verdeeld en het begon meteen met een lang stuk in diep water. Het was bewolkt en soms kwam er beetje zon doorheen.

Het was klauteren en klimmen, een soort van lichte canyoning. Af en toe klommen we het land op om wat schilderingen te bekijken of voor een welverdiende mueslireep. Op een rots zagen we het skelet van een dode Busterd vogel. Alleen het hoofd was nog intact. Later hoorden we dat er een groep Aboriginals op jacht was geweest. Ook in het water lagen veel glibberige rotsen. Ik voelde me soms net een geheime agent als ik gehurkt over die rotsen door het water liep, de planten om me heen, alsof ik me verschuilde. We probeerden geen voetafdrukken achter te laten en zagen een klein zandeilandje waar dus ook geen menselijke sporen waren. We zagen alleen het spoor waar een krokodil het water in was gegleden.

Toen we bij het laatste deel aankwamen kon je kiezen, een stukje lopen of nog een lange zwem. Mark koos ervoor om te lopen. Met zijn blauwe waternoodle, een piepschuime sliert, liep hij wel terwijl een aantal mensen al in het water stonden. Helaas voor Mark verstoorde hij de rust van een jonge stier die wat stond te drinken en te eten. De stier schrok en begon onze richting in te rennen. Ik keek opzij en zag mijn medeavonturiers het water in springen. Ik wist niet hoe snel ik ze achterna moest springen. Ik keek niet eens of er rotsen in het water lagen en hoopte voor het beste. Terug op de camping aten we onze lunch en pakten alles in. Het roadhouse was inmiddels wel open en dus konden we de band laten maken, naar de wc, en een welverdiend ijsje eten.