Ik wist het nog steeds niet zeker. Was het het waard om naar Phonsavanh te gaan? Het is de hoofdstad van de tweede meest gebombardeerde provincie in de wereld. Nog steeds liggen er duizenden bommen, sommige onschadelijk, maar vele ook onontploft. In Laos gaan dagelijks bommen af, waarbij meestal ook slachtoffers vallen. Waarom wil ik hier dan naartoe? Het is ook de locatie van de vlakte der kruiken. Deze mysterieuze kruiken liggen tussen de bomkraters in. er zijn verschillende vlaktes waar de bommen opgeruimd zijn en je dus naar de kruiken kunt gaan kijken.
De vlakte der kruiken, in ieder geval een deel ervan.
Helaas ligt Phonsavanh helemaal uit de richting. Vanuit Van Vieng doe ik er ruim 6 uur over om er te komen. Ik word opgepikt door een tuktuk en, na wat andere mensen opgehaald te hebben, rijden we naar het Noord busstation. In plaats van bij een busje, worden we bij een grote familieauto afgezet. De tassen gaan het dak op en wij proppen in de auto. Er zijn drie rijen met drie stoelen en er zitten twee mensen naast de chauffeur. Ik zit op een klapbankje naast de deur op de eerste rij. Mijn eerste gedachte was ‘Wat is dit nou weer?!’, maar het bleek de meest comfortabele rit in Laos tot nu toe. Het landschap waar we doorheen reden was schitterend. We gingen steeds hoger de bergen in. Eerst zagen we nog Karst bergen met scherpe pieken. Later maakte die plaats voor ronde bergen met bossen en hoog gras. Langs de weg waren af en toe wat dorpen. Vaak waren ze uitgestrekt langs de lengte van de weg. Er waren traditionele bamboehuizen en modernere stenen huizen in aanbouw. Achter veel huizen was een steile afgrond. Op straat reden kinderen in schooluniform op hun fietsen. De kleinere kinderen liepen tussen de koeien en kippen voor de huizen. Mensen baadden in de rivier en bij gezamenlijke waterpunten. We reden toeterend door de dorpen, de kinderen en koeien waarschuwend. De koeien trokken zich er weinig van aan en creëerden vaak een slalom voor onze auto. Het was maar goed dat er niet te veel verkeer was. We gingen door haarspeldbochten en konden vaak niet zien of er tegenliggers kwamen. Eén keer kwam een grote bus zo hard de bocht om rijden dat het bijna misging. Onze chauffeur vloekte wat, tenminste dat denk ik, en ging weer door. We kwamen heelhuids aan in Phonsavanh.
Het leek een karakterloos plaatsje. Het is ook pas 35 jaar oud. Gelukkig werden we afgezet in het centrum, bij een grote markt. Er stonden mensen klaar om kamers te laten zien, maar die gingen voor 80.000 KIP, iets te veel voor mij. Eén slimme, excentrieke man had een dorm gebouwd en daar kon ik voor de helft van de prijs terecht. De dorm zelf stelt niet veel voor, maar er zitten veel andere reizigers in het guesthouse en dat maakt het gezelliger. Met de paar uur die ik nog over heb ga ik naar het UXO information center. De organisatie hierachter helpt de slachtoffers van UXO’s, onontplofte bommen, en hun families om weer een leven op te bouwen. Ze hebben een filmpje over de organisatie en er hangen een paar verhalen van mensen die een bom overleefd hebben. Een deel van het project is een cursus voor mensen om souvenirs te maken. Deze worden dan verkocht in het winkeltje, waar ik een sleutelhanger koop. Bij de buren zit het MAG center, de mine advisory group. Deze organisatie ruimt bommen op zodat mensen veiliger het land kunnen gebruiken. Mensen zijn bang om nieuw land te gebruiken en dat houdt de groei van het land tegen. Er is geen veilige nieuwe landbouwgrond of grond voor wegen. Veel boeren stuiten bij het werk op de akkers op UXO. Ook kinderen zijn heel vaak het slachtoffer omdat ze bommen als speelgoed zien. Zo verliezen ze ledematen of worden ze blind. De MAG helpt om deze gebieden die veel gebruikt worden weer veilig te maken.
Bommen die gevonden zijn in het landschap rondom Phonsavanh
De volgende dag ga ik met drie mensen van het guesthouse op pad. Kong, de eigenaar van de accommodatie, neemt ons mee naar de plain of jars, of vlakte der kruiken, in zijn busje. Onderweg stoppen we bij een klein informatiecentrum. Heel mysterieus vertelt Kong dat hij binnen niet veel kan zeggen, maar dat we even rond kunnen kijken en dat hij daarna wat meer vertelt. Achter het gebouw is een tuin. Er is een petanguebaan en helemaal achterin staat een hele serie gevarieerde bommen. Kong legt het een en ander uit over de secret war. Gedurende de Vietnam oorlog, negen jaar lang, viel er elke 8 minuten een bom op Laos. De meeste zijn clusterbommen, een bom ontworpen om mensen te doden. In een clusterbom zitten tientallen kleinere bommen, die ze hier bombies noemen. Bij een bepaald aantal omwentelingen ontploffen ze. Rond de 270 miljoen bombies zijn op Laos gegooid, maar zo’n 30% is nooit ontploft. Waarschijnlijk vloog het vliegtuig te laag en is het benodigde aantal omwentelingen niet gehaald. Deze bommen kwamen bijna allemaal van de Amerikanen, hoewel die claimden nooit in Laos te zijn geweest. Kong weet wel beter. Een beetje samenzweerderig vertelt hij over de secret place. Hier was een geheime basis van de Amerikanen. Nu is het afgesloten voor buitenlanders en wordt er niet over gepraat.
Ook jar site 1, waar we eerst naartoe rijden, is getroffen door de bommen. Op deze historische plek, waar ze graag een Unesco plek van willen maken, liggen allemaal reusachtige potten van 2500 jaar oud tussen de bomkraters. Alleen al op deze plek zijn 127 UXO’s opgeruimd om het begaanbaar te maken. Op de wandelpaden is diep gezocht, daarbuiten iets minder diep en dus staat met steentjes aangegeven waar je het beste kunt lopen. Volgens Kong hebben we echter niets te vrezen. Op een heuvel komen we bij de potten. Wat een bizarre plek. De grootste potten zijn groter dan ik en bij de kleinere kun je er van bovenaf inkijken. Ze zien er loeizwaar uit, maar de theorie is dat de steen die gebruikt is, van de berg in de verte komt. Waar ze voor gebruikt werden wordt nog steeds onderzocht. Men denkt dat de doden erin gestopt werden met water en dat later de botten eruit werden gehaald om te begraven. De lokale bevolking vindt het leuker om te zegen dat er whisky in gezeten heeft.
We lopen een rondje over de vlakte en komen langs een grot met allemaal torentjes van stenen. In deze grot hebben ook mensen verscholen gezeten. Sommige mensen denken dat er veel geesten zitten en bouwen dus een ministoepa van stenen om de geest een huisje te geven. Via een heuvel met een mooi uitzicht over het droge landschap keren we terug naar de auto. De tweede plek met kruiken ligt op een klein stukje rijden. Eerst eten we wat in een restaurant waar we keuze hebben tussen rijst, noodles of noodle soup. Daarna rijden we het bos in. Plek nummer twee ligt tussen de bomen. Eén van de bomen is gewoon midden door een pot omhoog gegroeid en boom en steen zitten helemaal in elkaar verwikkeld. Kong heeft ons ook iets leuks laten zien en daar gingen we hier ook naar op zoek. In sommige potten zitten hele families spinnen. Als je erin kijkt zie je een zwart bosje zitten dat eruit ziet als een baard. Als je dan met een stokje de groep verstoord, rennen alle spinnen alle kanten op. Als je stopt, gaan ze weer hergroeperen. Tegen de tijd dat we bij jar site 3 aankomen hebben we eigenlijk wel genoeg potten gezien. We genieten vooral van de wandeling door de rijstvelden en daarna van de schaduw and de bries op de heuvel met de potten.
De vlakte der kruiken is een interessante plek. Er heerst hetzelfde soort mysterie als bij Stone henge of de piramides. Ik heb flink wat geld en tijd uitgegeven om hier te komen en uiteindelijk ben ik wel blij dat ik gegaan ben, maar niet alleen vanwege de potten. Het is de combinatie van potten en bommen die deze plek ontzettend interessant maakt. ’s Avonds kijk ik nog naar een film die ‘Bombies’ heet, een documentaire over hoe die bommen Laos nog steeds beïnvloeden, ruim 40 jaar na de oorlog. Ik kan me er nog steeds weinig bij voorstellen, maar heb wel een beter beeld van wat er zich hier allemaal afspeelt.
photo gemaakt door onze gids Kong